Het effect van podoposturale zooltherapie
Onderstaand artikel is in 2014 in het blad De Medische Voet gepubliceerd.

Hoewel podoposturale therapie (PPT) practice based verdedigbaar is, zijn er niet eerder studies gedaan waarbij deze therapie evidence based kon worden gemaakt. Juist daarom is het belangrijk dat er nu een initiatief is opgestart waarbij dit wel kan worden aangetoond.
Het effect van podoposturale zooltherapie
Wetenschappelijk onderzoek naar bekkenscheefstand en podoposturale therapie
Martin Koelman, podoposturaal therapeut en eigenaar van Podocentrum Alkmaar, is binnen Stichting LOOP initiatiefnemer van het wetenschappelijk onderzoek naar podoposturale therapie: “De podoposturale therapie wil graag een wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de podoposturale therapie op de bekkenscheefstand. De ervaring leert dat deze therapie positieve effecten sorteert, maar we willen dat ook met voldoende relevant en objectief bewijs kunnen staven.” Vorig jaar startte Wai-Yan Liu, Movement Scientist bij CIRO+, in opdracht van Stichting LOOP en in samenwerking met Assistant Professor of Human Movement Sciences aan de Maastricht University, Kenneth Meijer, een literatuurstudie naar het verband tussen lage rugpijn en een bekkenscheefstand en naar het effect van zooltherapie op deze afwijkingen. De resultaten van de literatuurstudie, zoals in februari gepresenteerd aan orthopedisch specialisten van het Medisch Centrum Alkmaar (MCA) en de VU University Amsterdam, laten ruimte voor verder onderzoek naar het effect van de zooltherapie op lage rugpijn bij een bekkenscheefstand, en de relatie tussen een scheefstand van het bekken en de lage rugpijn, in samenwerking tussen Stichting LOOP en specialisten.
Onderzoek
“Onderzoek naar de oorzaak van pijnklachten in de lage rug, is een studie op zich. Zeker wanneer het de patiëntengroep betreft die in aanmerking zou komen voor deelname aan de studie die Stichting LOOP beoogt.”
Aan het woord is dr. Winand Pluymakers, orthopedisch chirurg verbonden aan het MCA. Hij is gespecialiseerd in onder meer de voet en de enkel. Hij vervolgt: “Psychosociale factoren spelen vaak een belangrijke rol bij deze groep. Zelfs een klinisch onderzoek aangevuld met medische beeldvorming geeft niet altijd voldoende handvatten voor het stellen van een goede diagnose en bijbehorende therapie.” Het onderzoek naar het effect van de podoposturale zooltherapie gaat daarom uit van de plausibele hypothese dat de lage rugpijn bij een bekkenscheefstand, al dan niet gepaard gaande met een torsie, aan de hoge kant van het bekken veroorzaakt kan worden door facetartrose en aan de lage kant door een hernia. Deze bekkenscheefstand kan een compensatoire torsie veroorzaken met een totale longitudinale verwringing van het sacrum. Deze verwringing geeft vaak SI problemen.
Start onderzoek
Martin is voor de opzet van het onderzoek een samenwerking aangegaan met dr. Adrie Apeldoorn. Adrie is manueel therapeut, epidemioloog en in 2012 gepromoveerd op onderzoek naar subgroepen bij lage rugklachten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Adrie heeft geadviseerd in de opzet van het onderzoek, de in- en exclusie criteria voor patiënten, de selectie van vragenlijsten en de wijze waarop patiëntgegevens geregistreerd kunnen worden. In eerste instantie zal een kleine groep van ongeveer veertig patiënten deelnemen aan een vooronderzoek, waarbij de therapie wordt toegepast en het gehele traject gedocumenteerd wordt om het wetenschappelijk onderzoek vorm te geven.
Verwachtingen
Martin Koelman heeft positieve verwachtingen ten aanzien van het onderzoek. “Het is allereerst een wetenschappelijk en onafhankelijk onderzoek. Het resultaat is dan ook objectief. Dat is positief voor bijvoorbeeld patiënten, zeker ook voor de zorgverleners, maar ook voor de zorg als geheel. Met mijn jarenlange ervaring in deze therapie, heb ik er alle vertrouwen in dat de uitkomst van dit onderzoek onze branche nog sterker gaat maken.”